We zitten met elkaar aan de eetkamertafel. Voor ieder van ons ligt het te bespreken boek, een schriftje met aantekeningen of een A-4tje met de vragen over het boek ernaast. Ik kijk altijd uit naar de bijeenkomsten van onze leeskring. De boeken die we bespreken krijgen daardoor meer diepgang en geven weer een ander perspectief op levensthema’s. Mij intrigeert vooral de vraag ‘leven: hoe doen anderen dat?’.
Maar nu is er eerst aandacht voor mij. Bij de vorige bijeenkomst was het slechte nieuws pas een week oud. Het is alleen maar slechter geworden en ik vertel er uitgebreid over. Alsof ik door het vertellen pas echt besef wat er gaande is. Dat dit zo bizar is, het scenario van een slechte film. En toch echt.
“Hoe is het met jou?”, vraagt Annemieke. Over die vraag moet ik nadenken. Het draait zo om Hugo en zijn ziekteproces dat ik te weinig stilsta bij mezelf. Ineens moet ik huilen. Om de onzekerheid van het ziekteproces, de continue zorg, hem straks te moeten missen.
Wat doet dit me goed. Vriendinnen die luisteren en blijven luisteren naar verhalen die ik vast al een keer verteld heb. Dit is zo troostend. Ik adem een keer diep in en uit en voel me rustiger worden. Ik ben er weer.
De boekbespreking begint. Een avond lang word ik meegevoerd naar een ander leven, zit even in een prachtige film.