De internist heeft een klein tipje van de sluier opgelicht: “Waarschijnlijk zal de lever de boosdoener zijn gelet op de waarden”. “En dan, wat gebeurt er dan?” vraag ik. “De lever gaat minder functioneren, je zult geler gaan zien, ook in je ogen”, antwoordt hij en kijkt Hugo aan. Meer informatie krijgen we niet en zo wordt Hugo ontslagen uit het ziekenhuis en overgedragen aan de huisarts.
Toch wil ik meer weten: met welke klachten kunnen we rekening houden? Waar moeten we op letten? Welke symptomen kondigen de dood aan? Thuis googel ik op ‘leverfalen’, klik door, bezoek allerlei sites maar ik krijg geen duidelijkheid. Hugo googelt niet. Terwijl hij anders altijd alles googelt en filmpjes bekijkt om antwoord te krijgen op zijn vragen.
Ik realiseer me dat dit vooral op mij gaat neerkomen. Hoe kan ik me voorbereiden op het verloop van deze ziekte? Op het proces van sterven? Hoe zwaar gaat het worden? Kan ik dit wel aan? Ik vind het spannend en eng.
Bij het eerstvolgende bezoek van de huisarts vraag ik dan ook: “Wat staat ons te wachten?” Hij antwoordt: “Ik begrijp dat je dat graag wilt weten, maar ik weet het ook niet. Het proces verloopt nooit hetzelfde, dus ik kan je niet de duidelijkheid geven die jij zoekt. We handelen gewoon naar wat er zich aandient”.
Ik ben van slag. Ik wil graag een procedure, een plan van aanpak, het liefst een pijltjesschema: als dit, dan dat… Overzicht. Een houvast. En dat is er niet. Vertrouwen op het proces. Dat is een opgave die al eerder in mijn leven van mij gevraagd is. Ik vind het nog steeds moeilijk.
Want zo is het: Hugo zal niet in één keer dood zijn, het is een proces. Stap voor stap groeien we daarin mee. De huisarts is er als we vragen hebben en hij geeft uitleg. Er zijn opties en er is medicatie. Ziekte, sterven, dan pas de dood. Zo accepteren we dat de dood onderdeel wordt van ons leven. En daar blijkt niets engs aan.