Er was bezoek. Ze kwamen om afscheid te nemen. Mooie herinneringen werden opgehaald, wensen werden uitgesproken. Een stevige handdruk volgde. Net als de tranen.

Er was bezoek dat volgens afspraak een uur bleef. Wat scheelde dat in de stress!

Er was bezoek dat te laat kwam en te lang bleef. Je kunt de realiteit ook gewoon negeren.  

Er was bezoek dat met corona kwam en dat gelukkig ook weer meenam.

Er was bezoek en er kwam nog meer bezoek. De mensen kenden elkaar. Het leek wel een reünie. Naar Hugo zijn zorgen werd niet gevraagd.

Er was bezoek, zo gezellig. En vermoeiend. Toen Hugo duidelijk zei dat hij weer naar bed ging, werd dat genegeerd. Pas toen ik zei: “Ik vind het ook wel mooi geweest”,  kwam er langzaam beweging in.

Er was bezoek, mensen die vroegen hoe het echt met Hugo ging. En met mij.

Er was bezoek. Niet één persoon, maar vier. Zonder overleg, zelf bepaald. Hugo was er kapot van.   

Er was bezoek, heel vaak en heel fijn. Maar kwamen ze nou om Hugo nog iets te bieden of voor hun eigen goede gevoel?

Er was bezoek, neven en nichten. Nog één keer Hugo zien en spreken. Wat een verdriet.

Er was bezoek dat echt afscheid nam en zei: “Fijn dat je in mijn leven was, dank je wel voor alles wat we hebben meegemaakt”. Dit raakte Hugo diep.

Er was bezoek, nou ja, een praatje bij de deur, op afstand. Zo simpel kan belangstelling zijn.

Er was bezoek, in de vorm van telefoontjes en whatsappberichtjes. Allemaal heel welkom!

Er was bezoek dat kwam om afscheid te nemen, maar dat de woorden niet kon vinden. Hugo hoorde ze toch.

Er was bezoek, heel veel familie. Wat een steun was dat!


Lees meer verhalen