Moe van alle emoties loop ik ’s avonds de trap op. Ik wil slapen. Hugo lag er rustig bij nadat hij vanavond nog een katheter ingebracht gekregen had. Net als ik naast hem wil gaan liggen, zie ik hem overeind komen. “Waar ga je naartoe?”, vraag ik. “Naar de wc”, antwoordt hij. “Dat hoeft niet schat, je hebt een katheter”. “Oh, vandaar het slangetje. En waar gaat dat dan naartoe?” vraagt hij nog. Ik wijs naar het zakje dat in een afwasteiltje op de grond ligt. “Pas op dat je er niet over struikelt”, zegt hij, terwijl hij weer gaat liggen. Ik moet lachen, typisch Hugo, zorgzaam tot op het laatst.

De hele nacht lig ik met gespitste oren te luisteren. In gedachten zie ik hem alles achter zich aan slepen richting de badkamer. Geen goed idee. Om kwart voor vijf staat Hugo op. Het lukt me om hem weer in bed te krijgen. Hij blijft onrustig. Het is duidelijk dat de startdosis, volgens protocol, niet genoeg is om hem goed in slaap te krijgen. Rond half acht bel ik het hospice. Er komt iemand om de dosis te verhogen, dan zal hij wel rustig gaan slapen.

Halverwege de ochtend krijg ik een whatsappje van hem: of ik hem warme melk wil brengen boven. Ik schrik. Waarom slaapt hij niet? Als ik de deur van onze slaapkamer open doe zit hij rechtop, achteroverleunend in een kussen met de telefoon in zijn hand. Een nummer van Pink Floyd galmt door de kamer. Dit is echt te bizar voor woorden. Met deze dosis morfine én een behoorlijke dosis slaapmiddel zou hij allang onder zeil moeten zijn. Ik weet even echt niet meer wat te doen en besluit voor het eerst zelf de huisarts te bellen voor overleg. Ooit heeft hij mij zijn mobiele nummer gegeven voor noodgevallen.

Geduldig hoort hij mij aan. Na overleg met het palliatieve team laat hij weten dat er een tweede slaapmiddel bij moet komen. Hij gaat een en ander regelen. Gelukkig maar! Nu Hugo zijn andere medicatie niet meer kan innemen, komt het moment waarop hij andere klachten gaat krijgen wel erg dichtbij. Als ik op de fiets naar de apotheek rijd, begrijp ik ineens waarom hij nog steeds niet goed slaapt. Tussen niet meer moe willen zijn en weten dat je gaat sterven zit nog maar één stap: je overgeven aan een diepe slaap.