3. Ouderdom… of niet
Ik zie het al aan zijn gezicht als hij binnenkomt. Zelfs zijn opgewekte ‘hallo, schatje van me’ kan zijn gevoel van teleurstelling niet verbergen. “Hoe was het bij de huisarts?” vraag ik. “Hij wijt mijn klachten aan ouderdom”, krijg ik op geïrriteerde toon te horen. Oei, ouderdom, dat woord is niet van toepassing op Hugo. Vindt hij zelf. “En wat zei de huisarts nog meer?” vervolg ik. “Ik had over al mijn klachten verteld: de ontsteking in mijn schouder afgelopen zomer, de zweepslag begin september en de kromme tenen daarna. En toen zei hij iets over ouderdom. Na het lichamelijk onderzoek stelde hij voor om nog een keer naar mijn zooltjes te laten kijken. Maar dat is het volgens mij niet.” Hugo zucht. Tegelijkertijd vertrekt zijn gezicht van de pijn. “Heb je ook verteld dat je veel pijn hebt?” vraag ik door. “Wel dat ik last heb van mijn voeten”, antwoordt hij. Ah, in één keer begrijp ik waar het mogelijk misgegaan is. ‘Last hebben van’ is voor hem ‘pijn’ maar dat weet de huisarts niet. “Waarom ga je niet terug en vertel je wat je voelt en hoeveel pijn je hebt?” zeg ik nog. “Dat heeft geen zin nu. Ik maak eerst een afspraak met de podotherapeute. Als daar niks uitkomt ga ik wel terug”, antwoordt Hugo. Zolang hij niet snapt wat er echt aan de hand is, blijft hij zoeken. Ouderdom of niet.