‘Die laatste vijf jaren zijn me heel dierbaar’

Pas toen de moeder van Door ernstig ziek werd, kregen ze een warme moeder-dochterband. Dat heeft Door nog veel mooie momenten met haar moeder opgeleverd. ‘Als zij genoot, genoot ik met haar mee.’

‘Mijn moeder is altijd verpleegkundige geweest, maar ze ging zelf nooit naar de dokter. Ze was ook nooit ziek, tot ik haar vond, op de grond in haar woonkamer. Omdat ik zelf ook in het ziekenhuis werkte, bleef ik rustig. Ik heb de huisarts gebeld en die heeft haar met spoed naar het ziekenhuis gestuurd. Daar werd ze in slaap gebracht en lag ze elf dagen op de IC. Ze bleek onder andere een dubbele longontsteking en nierfalen te hebben. Ik dacht steeds: wanneer zeggen ze dat de stekker eruit gaat? Maar dat gebeurde niet. Na elf dagen ging het langzaam weer beter. En na een maand kwam ze thuis en knapte ze op. Het ging redelijk, tot ze in 2018 weer ziek werd. Ze werd mager en bleef maar hoesten. Toen kregen we slecht nieuws: ze had longkanker, uitgezaaid naar de nieren.’

Wat deed dat nieuws met jou?

‘Ik was heel verdrietig. Maar de band tussen mij en mijn moeder verbeterde ook sinds haar ziekte. Omdat mijn broer in het buitenland zat, deed ik alles: ik ging met mijn moeder mee naar het ziekenhuis, mee naar de uitslagen. Ik was er voor haar. Vóór die eerste IC-opname, in 2016, was dat niet zo vanzelfsprekend: onze moeder-dochterband had misschien beter gekund. Mijn moeder heeft haar eigen rugzak, haar Indische achtergrond. Ze heeft helaas moeten meemaken hoe het was om in de oorlog in een kamp te zitten. Ongemerkt heeft ze die ervaringen op ons geprojecteerd. Daarom was ik vroeger veel weg. Die laatste vijf jaar van haar leven werd het veel beter tussen ons. Het zijn vijf jaren die me heel dierbaar zijn.’ 

Hebben jullie ook dingen besproken over die tijd daarvoor?
‘Nee, en dat hoefde ook niet. Ik heb een andere opvoeding gehad dan ik onze kinderen nu wil geven. Wij kregen geen kus of knuffel, mijn moeder zei nooit dat ze van me hield. Dat kende mijn moeder ook niet van háár moeder. Maar ze heeft gedaan wat ze kon, ze heeft ons goed verzorgd. We hoefden dat niet uit te spreken. Ik heb alleen op haar sterfbed een brief geschreven en die voorgelezen, waarin ik uitsprak hoe ik het had ervaren en dat het anders had gekund. Toen werd ze emotioneel.’

Kon je wel met je moeder praten over haar ziekte?

‘Nee, ze praatte er niet over. Dat was allemaal lastig. Mijn moeder had dezelfde instelling als haar moeder en ik heb óók die instelling meegekregen: niet zeuren, niet mokken, maar doorgaan. Dat zag je terug in hoe ze met haar ziekte omging: ze heeft alles ondergaan wat ze kon om te overleven. Ze kreeg in 2018 een hormoonpilletje met vreselijke bijwerkingen. De pil was erger dan de ziekte, zei ze vaak. Maar ze stopte er pas mee toen die pil in 2020 geen effect meer had. Toch ging ze toen nog voor 12 bestralingen. Pas toen die ook niet hielpen, stopte ze met de behandeling. Toen dacht ik: oh help. Nu kan het zo klaar zijn. Maar we hebben nog zes mooie maanden gehad samen.’ 

Deden jullie in die laatste maanden nog bijzondere dingen samen?

‘Ja, ik heb haar veel mee op sleeptouw genomen, soms samen met mijn oudste zoon. Een soort afsluitrondje: naar het Indisch monument in Den Haag, langs het huis van haar ouders en langs een vriendin van haar. Ik bracht haar waar ze maar wilde, vooral naar familie, en heb mooie foto’s gemaakt: ze was net de koningin, zoals ze erbij zat. Op 11 juli hadden we ons laatste ritje, naar mijn nicht. Op 4 augustus is ze overleden. Dat is heel snel gegaan.’ 

Hebben jullie het afscheid goed voorbereid?

‘Ja, mijn moeder heeft daarin zelf volledig de regie genomen. Ze besloot thuis te blijven wonen, waar ze werd verzorgd door oude collega’s uit het ziekenhuis die in de thuiszorg werkten. Ze wilde palliatieve sedatie en verzette zelfs op de dag dat het zover was nog het tijdstip waarop de dokter zou komen om haar in slaap te brengen, zodat mijn broer en zwager er ook bij konden zijn. Ze had ook alles voorbereid voor de uitvaart: ze koos zelf de muziek, de veldbloemen en de rieten mand als kist. Ze wilde ook gebalsemd worden. Alles was opgeschreven of besproken met de dominee. Wij hoefden het alleen maar uit te voeren. Ze overleed in ons bijzijn. Als een kaarsje ging ze langzaam uit. En ook het kaarsje naast haar bed ging uit. Dat vond ik heel bijzonder.’

Hoe ga je nu om met de rouw en het verdriet?

‘Eerst ga je de mallemolen van het regelen in. Mijn moeder was een soort eekhoorn: ze verzamelde alles. We moesten alles door onze handen laten gaan en ik kon niet alles wegdoen: weg is echt definitief weg en daar was ik nog niet altijd aan toe. Pas toen het huis een jaar geleden was verkocht, kwam er ruimte voor rouw. Na het overlijden van mijn vader in 2011 ben ik volledig ingestort: ik kon niet meer werken, werd depressief. Maar zijn dood kwam ook als een donderslag. Met mijn moeder hebben de laatste vijf jaar veel goed gemaakt, daar hou ik me aan vast. Ik weet nu dat de scherpe randjes eraf gaan, maar voel ook dat het gemis alleen maar groter wordt. Ik ben verdrietig, maar ik moet door. Ik mág door.’

Hoe zorg je in zo’n periode dat je overeind blijft, dat je energie op peil blijft?

‘Ik heb heel lang op de automatische piloot geleefd en van 2018 tot 2021 kon ik eigenlijk amper de hort op. Ik was bij mijn moeder, óf aan het werk óf met de kinderen bezig. Maar dat zit er dus in: niet zeuren, doorgaan. Pas toen mijn moeder er niet meer was, zijn we weer als gezin op vakantie gegaan, naar Kreta. Nu heb ik weer bakken energie, ik heb het leukste werk van de wereld en de kinderen houden me ook op de been. Als de batterij écht leeg is, doe ik een powernap. Maar dat gebeurt zelden.’

Aan wie heb je steun (gehad)?

‘Ik kan goed praten met mijn man, Harald, en met zijn ouders en een aantal collega’s. Mijn oudste zoon voelt het ook goed aan als ik verdriet heb en vraagt ernaar. We hoeven het niet elke dag over mijn moeder te hebben: ze komt toch wel voorbij. In herinneringen en liedjes. En dan laat ik het verdriet ook gewoon toe.

Ik ben enorm dankbaar voor de ruimte die ik op mijn werk heb gekregen. Mijn locatiemanager zei, zodra mijn moeder ziek werd: ‘Je kunt dit maar een keer doen. Doe het goed. Neem je tijd’. Ik kon overal inloggen en daardoor kon ik ook bij mijn moeder werken.’

En heb je het ‘goed’ gedaan? Of had je iets anders willen doen?

‘Nee, de laatste vijf jaar waren mooi. We hebben veel mooie momenten gehad en daar heeft ze me, tot mijn verbazing, ook voor bedankt. Ze genoot. En als mijn moeder genoot, genoot ik met haar mee. Ik heb een foto van haar ingelijst, die ik zelf heb gemaakt. Ze staat er blij op. Als ik daarnaar kijk, word ik ook blij. 

Ik geloof dat er meer is tussen hemel en aarde. Dat een medium tegen me zei: ‘Je vader en moeder zijn samen’, geeft me een goed gevoel. Ik weet dat ze altijd bij me zijn. Op de achtergrond gluren ze mee.’ 

Door Kooijman (53)
  • Getrouwd en heeft 2 zoons (17 en 12)
  • In augustus 2021 verloor ze haar moeder (80) aan uitgezaaide longkanker
  • Haar vader overleed in 2011

Lees meer verhalen